Sunday, February 18, 2007

De andere kant op

Journalisten zijn kuddedieren die allemaal dezelfde kant op rennen als er nieuws te halen is. Journalisten zijn blunderaars, deugen niet, produceren echt bagger en zijn niet waarheidsgetrouw. Journalisten doen hun werk niet goed en willen alleen het ANP volgen. Orginaliteit wordt niet gewaardeerd. Er wordt in de journalistiek kluitjesvoetbal gespeeld, niemand wil uit de pas lopen. Kortom, we leven van de imperfectie. Deze positieve kijk op het vak komt van Elsevier hoofdredacteur Arendo Joustra.

Het zijn eerder geluiden die je zou verwachten uit de politiek, of uit de mond van veel beschreven personen. Niet uit de mond van iemand die jarenlang in het vak zit en notabene in het genootschap van hoofdredacteuren zit. Of juist wel. Weet hij door zijn jarenlange ervaring niet juist hoe het er echt aan toe gaat achter de schermen en zijn wij gewoon naivelingen die geloven in de journalistiek? Als dit inderdaad de werkelijkheid is, waarom doen we er dan niet wat aan? Waarom blijven we dan allemaal achter dezelfde bal aan hollen? Waarom zou iemand uberhaupt nog overwegen de journalistiek in te gaan. Om de wereld te verbeteren?

Als leek ben ik geneigd m'n oren te sluiten voor de woorden van Joustra en hardnekkig te blijven geloven in de waarheidzoekende journalist die zijn taak als waakhond uiterst serieus neemt. Of is het toch beter Joustra's woorden ter harte te nemen en me voor te nemen die journalist te worden die wel de andere kant op gaat, die wel waarheid zoekt en die geen bagger produceert. In m'n eentje, dat dan weer wel, aangezien alle anderen het ware licht nog niet gezien hebben. In m'n eentje tegen de grote boze wereld, het lijkt me heerlijk onwerkelijk. Nee, laat ik maar lekker een domme, kluitjesvoetballende copie worden van alle anderen. Dan blijft journalistiek in elk geval zoals we het gewend zijn.

Friday, February 9, 2007

burgerjournalistiek bestaat

Burgerjournalistiek bestaat

‘Bestaat burgerjournalistiek? Volgens google wel’ opent Dick van Eijk zijn lezing over burgerjournalistiek in Nederland. Goed, burgerjournalistiek bestaat dus, maar wat is het eigenlijk? Volgens Van Eijk is het niet veel meer dan een suggestie dat het journalistiek is. Burgerjournalistiek is hot, zowel in Nederland als daarbuiten. Het hoogste staaltje burgerjournalistiek is de weblog, althans, dat beweert de grote boze wereld waar Van Eijk tegen vecht. Journalistiek moet volgens hem duidelijk afgebakend worden van soortgelijke verhalende disciplines zoals poëzie en literatuur. Journalistiek dient de burger en is waarheidszoekend, waarmee het zich onderscheidt van eerder genoemde disciplines.

Volgens Van Eijk zijn maar heel weinig weblogs echt journalistiek pur sang. En daar zou hij best eens gelijk in kunnen hebben. Er wordt maar heel weinig nieuws gemaakt op weblogs, vaak zijn het niet meer dan meningen over en commentaren op nieuws. Weblogs met burgerjournalistiek vergelijken is appels met peren vergelijken. Weblog is niet meer dan een type publicatie, die niets zegt over de inhoud ervan. Ook daarin heeft van Eijk gelijk.

Het enige wat ik miste aan de lezing van Van Eijk was een overzicht van andere soorten burgerjournalistiek behalve weblogs. Burgerjournalistiek is volgens hem een mooi idee, maar het werkt niet echt. Maar zijn er dan behalve weblogs geen andere voorbeelden van burgerjournalistiek? Ik denk het wel. Volgens Van Eijk was het onderscheid tussen professionele en amateur journalisten van groot belang. Zelf vind ik dit onderscheid minder belangrijk. Ik denk dat er wel degelijk burgerjournalistiek is, hoewel die misschien wat minder duidelijk afgebakend is als professionele journalistiek. Een voorbeeld is Het Witte Weekblad, een huis-aan-huiskrant die in 80 verschillende regionale edities verschijnt. Dit blad, en andere soortgelijke, worden voor en door burgers gemaakt, een van de belangrijke kenmerken van burgerjournalistiek. Het Witte Weekblad waar ik voor werk wordt helemaal gemaakt door amateurs, huisvrouwen, gepensioneerden en anderen die veel vrije tijd hebben en het leuk vinden om het nieuws in hun regio te verslaan. De opdrachten worden uitgezet door de eindredacteur, de enige professional in het proces. Hij of zij zet opdrachten uit, zamelt ze weer in, redigeert en stelt de krant samen.

De correspondenten zijn verantwoordelijk voor een dorp of regio, waar zij alle gebeurtenissen verslaan die zij opgedragen krijgen. Maar daarnaast ontstaat een belangrijk deel van de krant uit zelfgemaakt nieuws. Doordat de correspondenten hun gebied goed kennen en veel contacten hebben weten ze als geen ander wat er speelt, en komen ze vaak nieuws op het spoor dat anders de krant niet had gehaald omdat de eindredacteur te ver van het vuur zit. Correspondenten leggen deze mogelijk verhalen voor aan de eindredacteur en vaak mag de correspondent het verhaal schrijven. Sommige fanatieke correspondenten met heel veel vrije tijd gaan zelfs als echte onderzoeksjournalisten te werk, vooral waar het gaat om gemeentezaken. Zo was het een van de oudere correspondenten, die zijn hele leven bij KPN had gewerkt en dus geen professioneel journalist was, die er achter kwam dat de gemeente Jacobswoude onder financiële curatele stond bij de provincie, groot nieuws, die dankzij speurwerk van een amateur aan het licht kwam.

Kortom, ik ben het met Van Eijk eens dat burgerjournalistiek een moeilijk definieerbaar begrip is, en dat het op weblogs weinig gebeurt, maar ik ben het niet met hem eens dat het niet echt werkt. Ik zie elke dag met eigen ogen dat het wel degelijk werkt, en elke week valt er weer een krant op de mat gemaakt door en voor burgers die soms verassend journalistiek is van inhoud.